De Reckenhöhle
In de lente van 1888 kwam Franz Recke bij toeval terecht op Reckenhöhle. Franz Recke was niet alleen boer en herbergier, maar ook een echte ondernemer van zijn tijd. Hij had een steengroeve, een touwslagerij, een molen en had een turbine gebouwd om elektriciteit op te wekken. Als de turbinesloot, die aftakte van de rivier de Hönne, niet genoeg water voerde, gebruikte hij een locomobiel en loden accu's om elektriciteit op te wekken.
De grot was ook aangesloten op het elektriciteitsnet en de vrijhangende isolatoren van de oude lichtleiding zijn vandaag de dag nog steeds zichtbaar. Pas in de jaren 1930 werd de grot aangesloten op het openbare elektriciteitsnet.
Een toevallige ontdekking
Grot sinds 1890
De grot werd bij toeval ontdekt. Franz Recke had bij koel weer herhaaldelijk mist zien opstijgen uit een smalle spleet in de kalksteen tegenover zijn huis. Terwijl hij een vos achtervolgde die al verschillende keren ganzen en kippen van hem had gestolen en in een van de spleten ontsnapte, stuitte hij op een ware sprookjeswereld.
Het uitgraven van de "vossenhol"-ingang leidde tot een verbazingwekkend grottenstelsel met indrukwekkende druipsteenformaties, dat op 16 augustus 1890 werd geopend als showgrot. Hoewel de andere gangen toegankelijk waren, waren ze zwaar gevuld met klei. De grot werd gedurende 34 jaar voortdurend uitgebreid, waarbij vrachtwagens werden gebruikt om de klei naar boven te brengen. De in- en uitgangen moesten zelfs worden opgeblazen, omdat er behalve het "schuttersputje" geen natuurlijke ingang was.
